Achter de bouwhekken bij: Havenkade Nijmegen

Achter de bouwhekken bij: Havenkade Nijmegen

In Nijmegen realiseert Trebbe samen met Klokgroep wooncomplex Havenkade;  324 appartementen aan de Waalhaven, in opdracht van BPD Gebiedsontwikkeling, Portaal en Talis. Dit gevarieerde woongebied, waar woningen komen voor de sociale huur, middenhuur, sociale koop en vrije sector koop bestaat uit acht gebouwen, waaronder een markante woontoren van maar liefst 70 meter hoog.

Onder die gebouwen komt natuurlijk een goede fundering. En dat vraagt zo dicht bij een dijk, midden in een bebouwde omgeving een speciale aanpak. Om de juiste keuze voor een funderingstechniek te maken, hebben we van tevoren een aantal belangrijke aandachtspunten op een rij gezet:

  • De samenstelling van de grond;
  • De ligging van het project in een bewoonde omgeving;
  • De richtlijnen van het waterschap, omdat het bouwterrein tegen een dijk aanligt;
  • De stroming van  grondwater; het grondwater mag niet de aangebrachte funderingspalen ‘wegspoelen’;
  • Draaglast van onder meer een woontoren van 70 meter.

JURY – Havenkade Nijmegen – 10 Overview three building designs at the Waal by JURY (Large)

JURY – Havenkade Nijmegen – 03 Tower sculpture icon at the Waal plus two building designs (Large)

Twee technieken, één project

We kozen voor een combinatie van twee funderingstechnieken, die beide beantwoorden aan de gestelde uitgangspunten. Het aanbrengen van grondverdringende combi-palen en drukpalen. Nog niet eerder pasten we deze technieken op deze schaal gecombineerd toe. Niet binnen Trebbe én niet binnen KlokGroep. In totaal brengen we maar liefst 867 funderingspalen aan. 535 palen drukken we de grond in en 332 stuks zijn grondverdringende combi-palen. De reden dat we met twee systemen werken, heeft hoofdzakelijk te maken met de diepte waarop de palen in de bodem aangebracht moeten worden en de beschikbare werkruimte. De drukpalen komen onder de vijf gebouwen van vier tot zes verdiepingen. De combi-palen passen we toe onder de woontoren van 70 meter en de gebouwen van zes en twaalf verdiepingen.

Bijna geruisloos drukken

Het drukken van funderingspalen is een relatief nieuwe techniek in Nederland en is overgekomen vanuit Azië. Een uit China geïmporteerde machine, met een gewicht van meer dan 350 ton, drukt letterlijk de prefab funderingspalen in de grond. Erik Kleen, hoofduitvoerder op project Havenkade vertelt: “In eerste instantie hebben we wat opstartproblemen gehad. Het drukken van de paal ging wel geruisloos, maar bij het loslaten van de drukpaal veroorzaakte de machine geluids- en trillingsoverlast. Dit hebben we verholpen in overleg met de leverancier van drukpaal. Uiteindelijk bleek de keuze voor deze techniek de juiste te zijn. Na de aanpassingen heb je amper in de gaten dat er funderingspalen worden aangebracht. Je kan zeggen dat het geruisloos gaat. Er kwamen geen trillingen meer vrij en het geluid was ook te verwaarlozen.” Maar voordat er überhaupt palen worden gedrukt, komt er een konvooi van 14 trailers om de stelling naar de bouwplaats te transporteren en op te bouwen. “De machine heeft een vlakke bouwput nodig. Want de stelling ‘loopt’ als het ware door de put.” Het is voor Erik de eerste keer dat hij met deze techniek aan de slag mag. “Ik vind het wel bijzonder eigenlijk dat het bijna meer tijd kost voordat de machine op de juiste plek staat en de paal klaar te zetten dan het ‘drukwerk’ zelf. Je zou vooraf verwachten dat het drukken van een paal meer tijd in beslag zou nemen. Het werken met nieuwe technieken en materialen vind ik mooi, dat houdt mijn werk wel uitdagend.”

drukpaal

drukpaal2

Maar ook boren

Inmiddels zitten alle drukpalen in de grond en is  gestart met de combi-palen. Deze komen onder de overige drie gebouwen. En ook dit is een geluidsarm en trillingsvrij systeem. De prefab funderingspalen boren we in de grond. Christian Schuurman, projectleider van Havenkade legt uit: “ We boren een huls in de grond waarin we een prefab paal plaatsen. Om deze paal heen storten we grout; een mengsel van water en cement. Vervolgens verwijderen we de huls weer.” De combi-palen kunnen dieper in de grond aangebracht worden dan de drukpalen. En dat is noodzakelijk omdat de gebouwen die op deze palen komen te staan hoger zijn.

funderingspaal1

funderingspaal

Binnenterrein-normaal

Vogelvlucht-normaal

De combinatie is het succes

“Beide systemen beantwoorden gezamenlijk aan alle vooraf gestelde criteria en dragen bij aan de haalbaarheid van het plan,” vertelt Ralph Weideveld, projectmanager van Havenkade Nijmegen. “Doordat er geen grond omhoog komt bij deze wijze van funderen, hoeft dit ook niet afgevoerd te worden. Dat scheelt in de kosten en draagt daarmee bij aan de haalbaarheid van het plan.” Door te werken met prefab palen speelt de stroming van grondwater geen rol in de fundering en beide systemen zijn nagenoeg geluids- en trillingsarm. “En met name het laatste punt is wel zo prettig voor de omwonenden”, sluit Weideveld af.

Website Vriezenveen

Website Wijchen

Communicatie met bewoners

Leen van Dijke: “Goed luisteren naar de bewoners lijkt me typisch iets waar een corporatie meer verstand van heeft dan een bouwer.”

Marinus den Harder: “Dat klopt wel, en zeker in het verleden was dat zo. Maar de bouwsector heeft wél bijgeleerd en het is nu steeds meer een samenspel van de bouwer en de corporatie. De vraag van corporaties is ook veranderd. Van te voren samen nadenken over een communicatieplan helpt enorm. Bewoners betrekken bij het maken van de plannen hoort daar bij. Dat betekent niet dat je alle wensen van de bewoners vanzelfsprekend invult, maar wel dat je duidelijk bent over waarom iets wel of niet kan. Dat zorgt voor draagvlak en een soepel proces.

We zeggen dan wel met z’n allen dat we goed luisteren naar bewoners, maar in de praktijk blijkt dat toch heel lastig te zijn, dat hebben we in de eerste jaren van de Stroomversnelling gemerkt. In die tijd hebben we op dit punt heel veel geleerd. Het is nog steeds een hele klus om de verduurzamingsambitie die we met z’n allen hebben goed te vertalen naar de behoeften en de woonlasten van de hedendaagse bewoner.”

Leen van Dijke: “Je ziet volgens mij twee verschillende scholen als het gaat om het behalen van 70% instemming. De ene zegt dat de bouwer dat moet doen, de andere vindt dat bij uitstek een klus voor de woningcorporatie.”

Marinus den Harder: “Ik denk dat je het per geval moet bekijken. En je kunt het bijvoorbeeld ook samen doen. Ik denk dat een bouwer over het algemeen de bewoner wat beter kan overtuigen op inhoud. Bijvoorbeeld door de technische voordelen te benoemen en het proces goed uit te leggen, waardoor de bewoner beter weet wat hem of haar te wachten staat.”

Luisteren naar de klant

Leen van Dijke: “Heb je het bij deze keukentafelgesprekken ook over comfortverbetering voor de bewoner?”

Marinus den Harder: “Het is vrij gevaarlijk om op voorhand ‘comfort’ te definiëren voor ‘de huurder’. Dat hebben we in de begintijd van Stroomversnelling gedaan. We zeiden toen: “U krijgt tegelijk ook een nieuwe badkamer en een nieuwe keuken bij de energetische renovatie, want daar wordt u blij van”. Vervolgens werd de bewoner er misschien best een beetje blij van, maar anderzijds werden bijvoorbeeld de lichtschakelaars en andere verouderde elementen niet vervangen – dus toch een beetje een vlag op een modderschuit – en de impact van zo’n badkamer op het hele renovatieproces was enorm. Bovendien was het ook nog eens kostbaar. Je kunt dus allerlei problemen creëren door op de verkeerde manier comfort ‘op te leggen’. Ik denk dat heel veel comfortvragen niet op woningniveau zitten, maar op wijkniveau. Met name als je kijkt naar het sociale, en ook naar het ecologische aspect van een wijk. Als je daar als Stroomversnelling nou ook eens goed naar kijkt, dan wordt het opeens een heel ander verhaal voor de bewoner. Bijvoorbeeld in de oudere wijken van grote steden.”

Leen van Dijke: “Wat komt Trebbe Groep brengen bij Stroomversnelling?”

Marinus den Harder: “Dat heeft veel te maken met nieuwe vormen van samenwerking, met luisteren naar de klant, en als het gaat om de bewoners een goede begeleiding en aandacht voor het sociaal-psychologische aspect. Als BestaandWonen ergens met een renovatie aan de slag gaat, dan benaderen we de bewoner als eigenaar van de woning. We doen niet alsof die woning een plek is waar we even moeten zijn om een klus af te maken. Onze eigen woonconsulenten zijn daarin een belangrijke schakel, en als je achteraf ziet hoe hun bijdrage door opdrachtgevers wordt geëvalueerd, dan ben ik daar trots op. Sterker nog: ik denk dat veel meer bouwers dat zouden moeten kunnen.”