Zuiderveld, betaalbaar en samen leven in een Ecodorp

Zuiderveld, betaalbaar en samen leven in een Ecodorp

Alle bewoners van de 46 nieuwe sociale huurwoningen in Nijmegen-Noord leveren hier een bijdrage

Dinsdag 30 maart was de laatste bewoner van CVEG klaar met het stuk zelfbouw van zijn woning in ‘Ecodorp Zuiderveld’. Een nieuwe woongemeenschap met 46 sociale huurwoningen en -appartementen in Nijmegen-Noord. Een bijzonder moment: na een intensieve samenwerking met bewoners, woningcorporaties Talis en WBVG en ontwikkelende bouwer Trebbe, kan het samen leven voor iedereen beginnen.

‘Wij werken aan buurten en wijken waar iedereen zich thuis voelt, meetelt, gezien wordt en van waarde is. Het samen leven in een woongemeenschap zoals hier, is daar een uitstekend voorbeeld van. Bewoners die wat zorg of wat hulp nodig hebben en bewoners die, zolang dat kan, deze zorg samen op zich willen nemen, wonen vlak bij elkaar en delen voorzieningen. Zo kunnen mensen langer thuis wonen. Dat was de droom waar CVEG ons in 2017 over vertelde toen wij elkaar ontmoetten. Eén die precies aansluit bij waar wij ons hard voor willen maken. Nu komt hun droom uit’, aldus Ronald Leushuis bestuurder van Talis.

Vanuit huis een dankwoord

Leushuis vervolgt: ‘Dat het is gelukt is fantastisch. Ik heb daarom gevraagd aan iedereen die dat wil om bij de achterdeur of in de eigen tuin, op afstand en toch samen stil te staan bij dit prachtige project.’ Dat gebeurt vanaf een bijzondere plek. Achteraan in de gemeenschappelijke tuin gaan bewoners de komende maanden nog zelf de schuur bouwen. Een handje vol mensen die met heeft samengewerkt aan dit project, is ieder bij één bewoner op bezoek, uiteraard ook op voldoende afstand. Zo kan iedereen van de bewoners zelf horen wat zij hopen dat het wonen hier hen brengt en wat zij zelf bij willen dragen. Iedereen helpt elkaar met klussen. Sommigen wonen er al en anderen moeten nog veel doen. Er zijn veel jonge kinderen die met elkaar spelen. De jongste bewoner van Ecodorp Zuiderveld is vijf weken. Zij is hier zelfs geboren.

Ecodorp3

Ecodorp2

Het wonen, iedereen telt mee

De komende maanden werken de bewoners aan de flinke gemeenschappelijke tuin. Deze wordt op een ecologische manier aangelegd en onderhouden. Auto’s en apparatuur gaan bewoners delen. Marian Aarts, één van de initiatiefnemers van CVEG ‘We vinden het fijn om op deze bijzondere dag ons huis aan een bezoeker te laten zien en hen te vertellen wat ons drijft. Hopelijk drijft hen dat dan weer om vol enthousiasme voor een volgende woongemeenschap aan de slag te gaan. Ik heb ervaring met soortgelijke initiatieven in het buitenland. Ik wilde ontzettend graag hier aan mee denken en mee bouwen, in eerste instantie niet eens om zelf weer in Nederland te gaan wonen. Het is geworden wat we bedacht hebben: een plek waar we op elkaar letten, zodat je langer mee doet en mee telt. Iedereen levert een bijdrage door iets te doen wat bij hem of haar past. Alle huizen zijn gericht op de tuin, op samen. Ook de buurtbewoners zijn welkom in de ontmoetingsruimten als dat met de maatregelen weer kan.’

 Ecologisch bouwen was financieel haalbaar

Bij de bouw van Ecodorp Zuiderveld zijn de moderne technieken om ecologisch te bouwen en te leven gecombineerd met de traditionele waarden van een dorp van vroeger. Het project was financieel haalbaar vanwege de keuze om grotendeels voor standaardconcepten van Trebbe te gaan én vanwege een subsidie van Stichting Volksbelang.

Hoogte 2 Architecten heeft het ontwerp van de woningen, de appartementen en de gemeenschappelijke ruimten gemaakt. Er zijn tal van ecologische voorbeelden in dit project. Zo is bij de bouw isolatiemateriaal van tweedehands textiel in het dak verwerkt. Ook zijn restpartijen baksteen gebruikt. Er zijn verschillende duurzame maatregelen getroffen, die duurzaam wonen en leven, met een lager energieverbruik, mogelijk maken.

Trebbe heeft in Nijmegen-Noord al diverse projecten gebouwd, ook voor Talis. Alleen nooit ecologisch. ‘Met de bouw van dit project kunnen we onze standaarden verder ontwikkelen rondom duurzaam, ecologisch en circulair bouwen. We willen standaarden om woningbouw betaalbaar te houden. Hoe mooi ecologische plannen ook zijn, ze moeten wel kunnen worden betaald. De woongroep heeft ons uitgedaagd en dat is ons gelukt, waarbij we ook echt lessen voor de toekomst mee kunnen nemen. De bouw ging ontzettend goed. Onze bonus die we hebben gekregen voor het veel eerder opleveren van de woningen, schenken we aan CVEG, zodat ze de ecologische tuin en de schuur met kas samen met de vrijwilligers van Huis van Compassie mooi af kunnen maken. Het is ze gegund en wat een dankbaar werk om voor deze woongroep met echte idealen te bouwen’, geeft Johan Bombach, directeur Trebbe aan.

Binnenterrein-normaal

Vogelvlucht-normaal

Behoefte aan samenwerking

Leen van Dijke: “Geeft die focus op samenwerking ook de mogelijkheid om wat meer een ‘flow’ te organiseren als het gaat om de verduurzamingsopgave? Als je de samenwerking zoekt, bijvoorbeeld met een corporatie, dan kun je juist daardoor toch ook beter langjarige arrangementen afspreken?”

Marinus den Harder: “Dat klopt. Binnen BestaandWonen hebben we een aantal ketensamenwerkingen met diverse woningcorporaties en je merkt dat het echt fantastisch werkt – als die behoefte aan samenwerking er inderdaad aan twee kanten is. Het staat of valt met de behoefte om elkaar iets te bieden en elkaar te versterken.”

Leen van Dijke: “Is dat mogelijk in een wereld van competitie en mededinging? Zo’n verbinding die verder gaat dan één project?”

Marinus den Harder: “Ja natuurlijk, maar niet op de traditionele manier. Je kan in competitieverband wel degelijk komen tot een beste partner voor langlopende trajecten. Het vraagt wél om een ander soort selectie. En het vraagt ook om een andere manier van met elkaar omgaan zodra de selectie heeft geleid tot een keuze. Want daarna ga je ook op een niet-traditionele manier met elkaar om. Dus wij hebben belangen, de woningcorporatie heeft belangen, onze co-makers hebben belangen en dat allemaal bij elkaar brengen, dat is nog wel wat.”

Leen van Dijke: “Wat is de kern van die vorm van samenwerken? Is dat vertrouwen, transparantie?”

Marinus den Harder: “Ik denk dat vertrouwen en transparantie eerder gevolgen zijn. Je wordt automatisch transparanter als een samenwerking goed gaat. Dat geldt ook voor vertrouwen. Ik denk dat het begint bij echte interesse in wat jij voor de ander kunt betekenen. In de oude bestekkencultuur keek je als bouwer alleen naar wat de klant dacht dat hij wilde hebben. Je was in feite een soort capaciteitsleverancier. Maar als je nauwer samenwerkt, dan begint het met luisteren. Je hebt mensen nodig die de skills hebben om te begrijpen waar je partner echt behoefte aan heeft. En die dat – indien mogelijk – ook kunnen doorvertalen naar een product.”

Leen van Dijke: “Er zijn dus blijkbaar grote onderlinge verschillen tussen corporaties, als het gaat om hun wensen?”

Marinus den Harder: “Uiteraard. Dé corporatie bestaat natuurlijk niet. Het zijn allemaal bedrijven met hun eigen karakter. Het verschil heeft bijvoorbeeld te maken met het type woningen in de portefeuille. In een relatief luxe buitengebied heb je een andere woningvoorraad dan wanneer je in het centrum van Rotterdam zit. Maar je hebt ook verschillende typen bewoners, verschillen in corporatiecultuur, en daar hoort ook steeds een andere vraagstelling en benaderingswijze bij.”

Website Vriezenveen

Website Wijchen

Communicatie met bewoners

Leen van Dijke: “Goed luisteren naar de bewoners lijkt me typisch iets waar een corporatie meer verstand van heeft dan een bouwer.”

Marinus den Harder: “Dat klopt wel, en zeker in het verleden was dat zo. Maar de bouwsector heeft wél bijgeleerd en het is nu steeds meer een samenspel van de bouwer en de corporatie. De vraag van corporaties is ook veranderd. Van te voren samen nadenken over een communicatieplan helpt enorm. Bewoners betrekken bij het maken van de plannen hoort daar bij. Dat betekent niet dat je alle wensen van de bewoners vanzelfsprekend invult, maar wel dat je duidelijk bent over waarom iets wel of niet kan. Dat zorgt voor draagvlak en een soepel proces.

We zeggen dan wel met z’n allen dat we goed luisteren naar bewoners, maar in de praktijk blijkt dat toch heel lastig te zijn, dat hebben we in de eerste jaren van de Stroomversnelling gemerkt. In die tijd hebben we op dit punt heel veel geleerd. Het is nog steeds een hele klus om de verduurzamingsambitie die we met z’n allen hebben goed te vertalen naar de behoeften en de woonlasten van de hedendaagse bewoner.”

Leen van Dijke: “Je ziet volgens mij twee verschillende scholen als het gaat om het behalen van 70% instemming. De ene zegt dat de bouwer dat moet doen, de andere vindt dat bij uitstek een klus voor de woningcorporatie.”

Marinus den Harder: “Ik denk dat je het per geval moet bekijken. En je kunt het bijvoorbeeld ook samen doen. Ik denk dat een bouwer over het algemeen de bewoner wat beter kan overtuigen op inhoud. Bijvoorbeeld door de technische voordelen te benoemen en het proces goed uit te leggen, waardoor de bewoner beter weet wat hem of haar te wachten staat.”

Luisteren naar de klant

Leen van Dijke: “Heb je het bij deze keukentafelgesprekken ook over comfortverbetering voor de bewoner?”

Marinus den Harder: “Het is vrij gevaarlijk om op voorhand ‘comfort’ te definiëren voor ‘de huurder’. Dat hebben we in de begintijd van Stroomversnelling gedaan. We zeiden toen: “U krijgt tegelijk ook een nieuwe badkamer en een nieuwe keuken bij de energetische renovatie, want daar wordt u blij van”. Vervolgens werd de bewoner er misschien best een beetje blij van, maar anderzijds werden bijvoorbeeld de lichtschakelaars en andere verouderde elementen niet vervangen – dus toch een beetje een vlag op een modderschuit – en de impact van zo’n badkamer op het hele renovatieproces was enorm. Bovendien was het ook nog eens kostbaar. Je kunt dus allerlei problemen creëren door op de verkeerde manier comfort ‘op te leggen’. Ik denk dat heel veel comfortvragen niet op woningniveau zitten, maar op wijkniveau. Met name als je kijkt naar het sociale, en ook naar het ecologische aspect van een wijk. Als je daar als Stroomversnelling nou ook eens goed naar kijkt, dan wordt het opeens een heel ander verhaal voor de bewoner. Bijvoorbeeld in de oudere wijken van grote steden.”

Leen van Dijke: “Wat komt Trebbe Groep brengen bij Stroomversnelling?”

Marinus den Harder: “Dat heeft veel te maken met nieuwe vormen van samenwerking, met luisteren naar de klant, en als het gaat om de bewoners een goede begeleiding en aandacht voor het sociaal-psychologische aspect. Als BestaandWonen ergens met een renovatie aan de slag gaat, dan benaderen we de bewoner als eigenaar van de woning. We doen niet alsof die woning een plek is waar we even moeten zijn om een klus af te maken. Onze eigen woonconsulenten zijn daarin een belangrijke schakel, en als je achteraf ziet hoe hun bijdrage door opdrachtgevers wordt geëvalueerd, dan ben ik daar trots op. Sterker nog: ik denk dat veel meer bouwers dat zouden moeten kunnen.”